Hoogte proceskosten en proceskostenveroordeling (2024)

Proceskostenoverzicht 2024

De proceskosten per 01-01-2024 zijn verzameld in één praktisch overzicht in PDF. Het overzicht bevat in totaal meer dan 100 verschillende tarieven.

Behalve de laatste tarieven bevat het overzicht ook praktische tips en verwijzingen naar de bronnen op rechtspraak.nl en kbvg.nl en verder naar de relevante aanbevelingen van het LOVCK (Landelijk Overleg Vakinhoud Civiel en Kanton).

proceskosten

Download het proceskostenoverzicht 2024


Welke proceskosten bevat het proceskostenoverzicht?

Het overzicht is inclusief de volgende proceskosten, proceskostenvergoedingen en proceskostenveroordelingen:

Het overzicht bevat alleen de proceskosten en proceskostenvergoedingen in civiele zaken in eerste aanleg en hoger beroep

Het overzicht bevat dus niet de:

Download het proceskostenoverzicht 2024


Proceskostenvergoeding en proceskostenveroordeling in de wet

De proceskostenvergoeding en proceskostenveroordeling is geregeld in de wet in artikel 237 tot en met 245 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (RV) in § 2 (Kosten).

Wie betaalt de proceskosten?

De hoofdregel is dat de partij die in de gerechtelijke procedure in het ongelijk wordt gesteld, wordt veroordeeld in de proceskosten. De verliezer betaalt dus de proceskosten.

Artikel 237 lid 1 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (RV) omschrijft het als volgt:

'De partij die bij vonnis in het ongelijk wordt gesteld, wordt in de kosten veroordeeld. De kosten mogen echter geheel of gedeeltelijk worden gecompenseerd tussen echtgenoten of geregistreerde partners of andere levensgezellen, bloedverwanten in de rechte lijn, broers en zusters of aanverwanten in dezelfde graad, alsmede indien partijen over en weer op enkele punten in het ongelijk zijn gesteld. Ook kan de rechter de kosten die nodeloos werden aangewend of veroorzaakt, voor rekening laten van de partij die deze kosten aanwendde of veroorzaakte.'

(tekst wetsartikel actueel per 2023)

De wederpartij moet uiteraard wel verhaal bieden voor de proceskosten, want anders blijven de proceskosten voor eigen rekening. Dit doet zich bijvoorbeeld voor als de wederpartij failleert of - in geval van een natuurlijke persoon - wordt toegelaten tot de schuldsanering (WSNP).


Compenseren van proceskosten

Uit bovenvermeld wetsartikel blijkt ook dat de proceskosten gecompenseerd kunnen worden als beide partijen gedeeltelijk in het ongelijk worden gesteld. Bij het compenseren van proceskosten blijven de proceskosten voor eigen rekening. Beide partijen dragen dan de eigen kosten.

Hoe werkt een proceskostenveroordeling?

De in het ongelijk gestelde partij wordt bij vonnis veroordeeld tot betaling van de proceskosten.

Artikel 237 lid 3 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (RV) omschrijft het als volgt:

'Het bedrag van de kosten waarin de verliezende partij wordt veroordeeld, wordt, voor zover die kosten vóór de uitspraak zijn gemaakt en niet aan haar zijde zijn gevallen, bij het vonnis vastgesteld.'

(tekst wetsartikel actueel per 2023)

Zodra het vonnis beschikbaar is, kan direct aanspraak worden gemaakt op betaling van de proceskostenveroordeling. Het vonnis waarin de proceskostenveroordeling is uitgesproken, wordt doorgaans namelijk uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit betekent dat het vonnis ten uitvoer kan worden gelegd en dat een ingesteld rechtsmiddel zoals hoger beroep de tenuitvoerlegging van het vonnis niet schorst.


Welke proceskosten komen voor vergoeding in aanmerking?

Niet alle gemaakte proceskosten komen voor vergoeding in aanmerking. De wet bepaalt namelijk welke kosten wel en niet worden vergoed. Ook stelt de wet grenzen aan de hoogte van de proceskostenvergoeding.

Hieronder wordt toegelicht welke proceskosten voor vergoeding in aanmerking komen en in welke mate. Dit betreft de volgende proceskosten:

  • Griffierecht
  • Deurwaarderskosten
  • Reiskosten, verblijfkosten en verletkosten
  • Salaris gemachtigde/advocaat

 

Griffierecht

Het griffierecht dient volledig te worden vergoed door de partij die in het ongelijk is gesteld.

kosten grifrfierechtHoewel de wet een regeling bevat om de griffiekosten niet volledig, maar slechts gedeeltelijk toe te wijzen, wordt hiervan in de praktijk vrijwel geen gebruik gemaakt. Dit betreft de onderstaande regeling uit artikel 237 lid 5 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (RV):

'De rechter kan bepalen dat het griffierecht tot betaling waarvan de partij, bedoeld in het eerste of tweede lid, wordt veroordeeld, niet hoger is dan het griffierecht dat van deze partij is geheven of, in het geval dat deze partij gedaagde is in een zaak bij de kantonrechter en van haar geen griffierecht is geheven, het griffierecht dat deze partij verschuldigd zou zijn geweest als zij eiser was geweest. De rechter kan hiertoe besluiten indien hij van oordeel is dat veroordeling tot betaling van het hogere griffierecht, gelet op de proceshouding van de in het gelijk gestelde partij, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard. Hiertegen is geen hogere voorziening toegelaten.'

(tekst wetsartikel actueel per 2023)

Hieronder is het griffierecht voor zaken in eerste aanleg bij de kantonrechter en rechtbank vermeld. Daaronder is het griffierecht vermeld voor zaken in hoger beroep bij het gerechtshof en voor cassatie bij de Hoge Raad.

Per 1 januari 2023 is het griffierecht niet geïndexeerd, zodat in 2023 dezelfde griffierechten als in 2022 blijven gelden.

Griffierecht rechtbank sector kanton (kantonrechter) 2022/2023

Hoogte vordering Niet-natuurlijke personen Natuurlijke personen Onvermogenden
Van onbepaalde waarde € 128 € 86 € 86
Van € 0,00 t/m € 500,00 € 128 € 86 € 86
Van € 500,01 t/m € 1.500,00 € 322 € 214 € 86
Van € 1.500,01 t/m € 2.500,00 € 365 € 244 € 86
Van € 2.500,01 t/m € 5.000,00 € 487 € 244 € 86
Van € 5.000,01 t/ € 12.500,00 € 514 € 244 € 86
Vanaf € 12.500,01 € 1.384 € 693 € 86

 

Griffierecht rechtbank sector civiel 2022/2023

Hoogte vordering Niet-natuurlijke personen Natuurlijke personen Onvermogenden
Van onbepaalde waarde € 676 € 314 € 86
Van € 25.000,01 t/m € 100.000,00 € 2.837 € 1.301 € 86
Van € 100.000,01 t/m € 1.000.000,00 € 5.737 € 2.277 € 86
Vanaf € 1.000.000,01 € 8.519 € 2.277 € 86



Griffierecht gerechtshof 2022/2023 (hoger beroep)

Hoogte vordering Niet-natuurlijke personen Natuurlijke personen Onvermogenden
Van onbepaalde waarde € 783 € 343 € 343
Van € 0,00 t/m € 12.500,00 € 783 € 343 € 343
Van € 12.500,01 t/m € 100.000,00 € 2.135 € 783 € 343
Van € 100.000,01 t/m € 1.000.000,00 € 5.689 € 1.780 € 343
Vanaf € 1.000.000,01 € 11.379 € 1.780 € 343

 

Griffierecht Hoge Raad 2022/2023 (cassatie)

Hoogte vordering Niet-natuurlijke personen Natuurlijke personen Onvermogenden
Van onbepaalde waarde € 857 € 355 € 355
Van € 0,00 t/m € 12.500,00 € 857 € 355 € 355
Van € 12.500,01 t/m € 100.000,00 € 2.845 € 857 € 355
Van € 100.000,01 t/m € 1.000.000,00 € 7.115 € 2.135 € 355
Vanaf € 1.000.000,01 € 14.229 € 2.135 € 355

 

Toelichting:

  • Voor de hoogte van de vordering moet de hoofdsom worden vermeerderd met de incassokosten en de rente tot datum dagvaarding.

  • De hoogte van het griffierecht is afhankelijk van de juridische hoedanigheid van de eisende partij en de hoogte van de vordering.

  • Bij de sector kanton wordt enkel griffierecht geheven van de eisende partij. Van de gedaagde partij wordt bij de kantonrechter geen griffierecht geheven, ook niet in reconventie.

  • Onder een natuurlijke persoon wordt zowel een particulier als een eenmanszaak verstaan.

  • Een maatschap, vennootschap onder firma (VOF) en commanditaire vennootschap (CV) worden beschouwd als niet-natuurlijke personen.

  • De bovenvermelde griffierechten gelden voor dagvaardingszaken waarvan de (rol)zitting plaatsvindt vanaf 1 januari 2022 en voor verzoekschriften die worden ingediend vanaf 1 januari 2022.

  • De categorie griffierechten voor vorderingen vanaf € 1.000.000,01 geldt niet als een natuurlijke persoon partij is in de zaak. In dat geval wordt griffierecht geheven uit de categorie van € 100.000,01 t/m € 1.000.000,00.

  • Over griffierecht is geen BTW verschuldigd (BTW vrijgesteld).

  • De griffierechten gelden voor alle rechtbanken en gerechtshoven. Het maakt dus niet uit of u in Rotterdam, Den Haag, Utrecht of Amsterdam procedeert.

 

Download het proceskostenoverzicht 2024


Deurwaarderskosten

De (verhaalbare) deurwaarderskosten dienen ook volledig te worden vergoed.

Artikel 240 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (RV) omschrijft het als volgt:

'Kosten terzake van ambtshandelingen, verricht door gerechtsdeurwaarders, worden berekend overeenkomstig bij of krachtens algemene maatregel van bestuur vastgestelde tarieven.'

(tekst wetsartikel actueel per 2023)

Met de 'bij of krachtens algemene maatregel van bestuur vastgestelde tarieven' wordt gedoeld op het Besluit tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders (BTAG)

De deurwaarderskosten bestaan uit enerzijds de kosten van de ambtshandelingen berekend volgens het zogenaamde BTAG-tarief en anderzijds de informatiekosten die de deurwaarder hierbij maakt.

Hieronder worden de deurwaarderskosten voor ambtshandelingen en informatiekosten vermeld.


Deurwaarderskosten: ambtshandelingen (BTAG) 2023

Onderstaand overzicht vermeldt de deurwaarderskosten voor ambtshandelingen per 1 maart 2023.

Ambtshandeling Per 01-03-2023  
Dagvaarding € 106,73  
Betekening titel met/zonder bevel € 116,20  
Betekening verzoekschrift met oproeping € 84,85  
Diverse aanzeggingen € 84,85  
Overige betekeningen (zoals overbetekening) € 76,59  
Beslag op roerende zaken € 140,13  
Poging beslag op roerende zaken € 65,33  
Beslag op roerende zaken met toegang derde/ safeloket € 186,61  
Beslag op onroerende zaken € 192,33  
Opheffing beslag onroerende zaken € 69,77  
Beslag op in Nederland te boek gestelde luchtvaartuigen € 192,33  
Beslag op schepen € 421,81  
Beslag op niet in Nederland te boek gestelde luchtvaartuigen € 421,81  
Beslag onder derden op periodieke betalingen € 157,17  
Beslag onder derden op niet-periodieke betaling € 221,57  
Beslag op aandelen aan toonder € 221,57  
Beslag op rechten aan toonder of order, aandelen of effecten op naam, en overige rechten € 274,84  
Beslag op aandelen in B.V. of N.V. € 302,86  
Beslag onder schuldeiser (eigenbeslag) € 185,59  
Beslag tot verkrijging van afgifte of levering roerende zaken € 139,10  
Executie tot afgifte van roerende zaken € 321,55  
Gerechtelijke inbewaringgeving € 285,80  
Aanslaan biljetten aankondiging openbare verkoop € 104,37  
Executoriale openbare verkoop van roerende zaken € 365,10  
Aanzegging hypotheekhouder overname executie € 98,38  
Ontruiming onroerende zaken € 274,19  
Opvolgende betekening € 32,46  
Informatieverzoek voor bankbeslag € 89,36  


Toelichting:

  • Dit overzicht vermeldt veelvoorkomende ambtshandelingen. Voor de deurwaarderskosten van de overige ambtshandelingen zie kbvg.nl

  • Voor de deurwaarderstarieven over eerdere jaren zie BTAG over eerdere jaren

  • Over de deurwaarderskosten voor ambtshandelingen is 21% BTW verschuldigd.

 

Kosten deurwaarder: informatiekosten

Onderstaand overzicht vermeldt de informatiekosten van de deurwaarder per 1 maart 2023.

Informatiekosten Tarief 2023    
Basisregistratie personen (BRP) (excl. btw) € 0,59    
Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) € 2,19    
Elektronisch verzoek om informatie (e-Voi) € 2,78    
Rijksdienst voor het Wegverkeer (Rdw) € 1,75    
Kamer van Koophandel (KvK) (excl. kosten KvK) € 2,71    
Digitaal beslagregister (DBR) € 0,52    


Toelichting:

  • Dit overzicht vermeldt de gemiddelde interne kostprijzen per 01-03-2023 zoals gepubliceerd door de KBvG. De kosten die deurwaarders in rekening brengen, kunnen variëren.

  • Informatiekosten kunnen alleen worden doorbelast aan debiteuren bij ambtshandelingen omdat het opvragen van de betreffende informatie in andere gevallen niet is toegestaan.



Download het proceskostenoverzicht 2024


Reiskosten, verblijfkosten en verletkosten

Ook de eigen reiskosten, verblijfkosten en verletkosten komen voor vergoeding in aanmerking in zaken waarin partijen in persoon kunnen procederen. Er dient wel onderbouwd aanspraak op vergoeding van deze kosten te worden gemaakt.

Artikel 238 lid 1 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (RV) omschrijft het als volgt:

'In zaken waarin partijen in persoon kunnen procederen, wordt, indien de wederpartij van de in het ongelijk gestelde partij zonder gemachtigde procedeert, onder de kosten waarin laatstgenoemde partij wordt veroordeeld, opgenomen een door de rechter te bepalen bedrag voor noodzakelijke reis- en verblijfkosten van die wederpartij. De rechter kan onder de kosten waarin de in het ongelijk gestelde partij wordt veroordeeld, ook opnemen een door hem te bepalen bedrag voor noodzakelijke verletkosten van de wederpartij.'

(tekst wetsartikel actueel per 2023)

Overigens wordt in de praktijk weinig tot geen gebruik gemaakt van deze mogelijkheid omdat deze kosten doorgaans verwaarloosbaar zijn.

Salaris gemachtigde/advocaat

In tegenstelling tot het griffierecht en de deurwaarderskosten komen de kosten van de eigen gemachtigde/advocaat niet voor volledige vergoeding in aanmerking. Dit is de hoofdregel. Op deze hoofdregel bestaan echter uitzonderingen (zie hieronder onder het kopje volledige proceskostenveroordeling).

proceskosten advocaatDe hoogte van het salaris voor de gemachtigde/advocaat is afhankelijk van de volgende factoren:

  • De soort gerechtelijke procedure
  • Het financiële belang van de zaak
  • Het aantal proceshandelingen dat is verricht


Zo is het gemachtigdensalaris bij de sector kanton (kantonrechter) lager dan het salaris voor de advocaat bij de sector civiel van de rechtbank. In hoger beroep bij het gerechtshof of in cassatie bij de Hoge Raad is het salaris voor de advocaat nog hoger.

Verder is het salaris bij lagere vorderingen lager dan bij hogere vorderingen. Bij lagere vorderingen is deze vergoeding doorgaans niet kostendekkend. Bij hogere vorderingen is deze vergoeding ruimer, waardoor de eigen advocaatkosten afhankelijk van de hoogte van de vordering gedeeltelijk of zelfs volledig voor rekening van de wederpartij kunnen worden gebracht.

Ook het aantal proceshandelingen speelt een rol. Een proceshandeling is bijvoorbeeld het opstellen van een processtuk (zoals een dagvaarding) of het bijwonen van een mondelinge behandeling.

Hierbij wordt gewerkt met een puntensysteem, waarbij een proceshandeling wordt gewaardeerd op een bepaald aantal punten. Afhankelijk van het financieel belang geldt dat er een maximaal aantal proceshandelingen (punten) wordt vergoed.

De totale proceskostenvergoeding voor het salaris wordt berekend op basis van het totaal aantal punten vermenigvuldigd met het toepasselijke salaris per punt. Voor dit totaalbedrag wordt vervolgens de proceskostenveroordeling uitgesproken.

Het salaris voor de gemachtigde is niet afhankelijk van de soort belangenbehartiger.  Het gemachtigdensalaris geldt daarom zowel voor uw jurist als advocaat. Hetzelfde geldt voor een incassobureau of deurwaarder.

De rechter is vrij in de begroting van de proceskosten en mag afwijken van het rechterlijke beleid zoals dat door lagere en hogere rechters wordt gevolgd. Dit blijkt uit het arrest van de Hoge Raad van 3 april 1998:

'3.3 Voorop moet worden gesteld dat de begroting door de rechter van de kosten van het geding, ook voor zover het het salaris van de procureur betreft, een feitelijke beslissing is, die geen motivering behoeft. De rechtsklacht faalt derhalve. Daarbij verdient opmerking dat het Liquidatietarief — waarmee de Hoge Raad ambtshalve bekend is en dat hij eveneens raadpleegt zo hij zelf, na vernietiging, de zaak afdoet en daarbij de op de voorgaande instantie(s) gevallen proceskosten begroot — geen recht is in de zin van art. 99 RO, maar slechts een de rechter niet bindende richtlijn.'

Per 1 mei 2018 worden de advocaatkosten ruimer vergoed in gerechtelijke procedures bij de rechtbank en gerechtshof. En per 1 januari 2019 worden de advocaatkosten ruimer vergoed in gerechtelijke procedures bij de sector kanton (kantonrechter). Per 1 januari 2020 of 2021 is hierin niets gewijzigd. Per 1 februari 2021 en 2023 is het salaris voor de gemachtigde/advocaat wel weer geïndexeerd.

Salaris gemachtigde kanton 2023

Hieronder worden de proceskostenvergoedingen bij de sector kanton (kantonrechter) vermeld.

Hoogte vordering Salaris per punt Maximaal aantal punten
Van € 0,01 t/m € 250,00 € 39 3
Van € 250,01 t/m € 500,00 € 80 4
Van € 500,01 t/m € 1.250,00 € 132 5
Van € 1.250,01 t/m € 2.500,00 € 199 5
Van € 2.500,01 t/m € 3.750,00 € 232 5
Van € 3.750,01 t/m € 5.000,00 € 264 6
Van € 5.000,01 t/m € 10.000,00 € 330 6
Van € 10.000,01 t/m € 20.000,00 € 396 7
Van € 20.000,01 t/m € 40.000,00 € 529 10
Van € 40.000,01 t/m € 100.000,00 € 794 10
Van € 100.000,01 t/m € 200.000,00 € 926 geen
Van € 200.000,01 t/m € 400.000,00 € 1.059 geen
Van € 400.000,01 t/m € 1.000.000,00 € 1.322 geen
Vanaf € 1.000.000,01 € 1.587 geen
Van onbepaalde waarde € 80 - € 1.059 geen
Ontruiming € 199 5
Kort geding € 529 - € 793 - € 1.058 n.v.t.
Overige verzoeken €264 geen



Toelichting:

  • De vermelde vergoeding geldt per proceshandeling en geldt voor alle zaken waarin vonnis wordt gewezen vanaf 1 februari 2023.

  • Het salaris voor kort geding betreft een totaalbedrag en is niet gekoppeld aan een puntensysteem. Bij kort geding en overige verzoeken kan een hoger salaris worden toegekend indien de aard en/of zwaarte daartoe aanleiding geven.

  • Over het gemachtigdensalaris is geen BTW verschuldigd.

  • Let op: voor de hoogte van de vordering gaat de staffel voor de sector kanton uit van ‘tot en met’ het vermelde bedrag.

 

Salaris advocaat rechtbank 2023

Hieronder worden de proceskostenvergoedingen bij de sector civiel van de rechtbank vermeld.

Hoogte vordering Salaris per punt Maximaal aantal punten
Van € 0,01 tot € 10.000 (tarief I) € 508 5
Van € 10.000 tot € 20.000 (tarief II) € 598 6
Van € 20.000 tot € 40.000 (tarief III) € 766 7
Van € 40.000 tot € 98.000 (tarief IV) € 1.183 10
Van € 98.000 tot € 195.000 (tarief V) € 1.880 geen
Van € 195.000 tot € 390.000 (tarief VI) € 2.645 geen
Van € 390.000 tot € 1.000.000 (tarief VII) € 3.413 geen
Vanaf € 1.000.000 (tarief VIII) € 4.247 geen
Van onbepaalde waarde € 598 6
Kort geding in zaken zonder ingewikkelde aspecten € 697 n.v.t.
Kort geding in zaken in overige gevallen € 1.079 - € 1.619 n.v.t.



Toelichting:

  • De vermelde vergoeding geldt per proceshandeling en geldt voor alle zaken waarin vonnis wordt gewezen vanaf 1 februari 2023.

  • Het salaris voor kort geding betreft een totaalbedrag en is niet gekoppeld aan een puntensysteem. Het salaris voor kort geding geldt met uitzondering van verstek incasso. Voor het salaris advocaat voor kort geding zie de Aanbeveling tarieven kort gedingen kantonzaken en handelszaken per 1 februari 2023

  • Over het salaris advocaat is geen BTW verschuldigd.

  • Let op: voor de hoogte van de vordering gaat het liquidatietarief rechtbanken en gerechtshoven uit van ‘tot' het vermelde bedrag.



Salaris advocaat gerechtshof 2023

Hieronder worden de proceskostenvergoedingen bij het gerechtshof vermeld.

Hoogte vordering Salaris per punt Maximaal aantal punten
Van € 0,01 tot € 10.000 (tarief I) € 836 3
Van € 10.000 tot € 20.000 (tarief II) € 1.183 3
Van € 20.000 tot € 40.000 (tarief III) € 1.531 4
Van € 40.000 tot € 98.000 (tarief IV) € 2.157 6
Van € 98.000 tot € 195.000 (tarief V) € 3.481 geen
Van € 195.000 tot € 390.000 (tarief VI) € 4.316 geen
Van € 390.000 tot € 1.000.000 (tarief VII) € 5.152 geen
Vanaf € 1.000.000 (tarief VIII) € 6.059 geen
Van onbepaalde waarde € 1.183 3



Toelichting:

  • De vermelde vergoeding geldt per proceshandeling in principaal appel. In incidenteel appèl wordt de helft berekend mits het appèl noodzakelijk was.

  • De vermelde vergoedingen geldt voor alle zaken waarin de kostenveroordeling wordt uitgesproken vanaf 1 februari 2023 (dus ook in al lopende zaken), met dien verstande dat, als na vernietiging van een rechtbankvonnis opnieuw een kostenveroordeling voor de kosten van eerste aanleg wordt uitgesproken, de datum van het vernietigde rechtbankvonnis wordt aangehouden voor de bepaling van het te hanteren rechtbanktarief.

  • Over het salaris advocaat is geen BTW verschuldigd.

  • Let op: voor de hoogte van de vordering gaat het liquidatietarief rechtbanken en gerechtshoven uit van ‘tot' het vermelde bedrag.


Download het proceskostenoverzicht 2024


Volledige proceskostenveroordeling

Op de bovenvermelde hoofdregel dat de eigen kosten voor juridische bijstand niet volledig, maar slechts gedeeltelijk worden vergoed, bestaan uitzonderingen, zoals bij:

 

Volledige proceskostenveroordeling bij misbruik van procesrecht

Een procespartij kan onder buitengewone omstandigheden in de volledige proceskosten worden veroordeeld. Dit doet zich in de praktijk vooral voor bij misbruik van procesrecht.

In het arrest van de Hoge Raad d.d. 15-09-2017 heeft de Hoge Raad geoordeeld wanneer er sprake is van dergelijke buitengewone omstandigheden:

'(...) een volledige vergoedingsplicht (ter zake van proceskosten) denkbaar is, doch alleen in ‘buitengewone omstandigheden’, waarbij dient te worden gedacht aan misbruik van procesrecht en onrechtmatige daad. Hieromtrent is in het arrest HR 6 april 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV7828, NJ 2012/233 (Duka/Achmea) overwogen dat pas sprake is van misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen (als grond voor een vergoedingsplicht ter zake van alle in verband met een procedure gemaakte kosten), als het instellen van de vordering, gelet op de evidente ongegrondheid ervan, in verband met de betrokken belangen van de wederpartij achterwege had behoren te blijven. Hiervan kan eerst sprake zijn als eiser zijn vordering baseert op feiten en omstandigheden waarvan hij de onjuistheid kende dan wel behoorde te kennen of op stellingen waarvan hij op voorhand moest begrijpen dat deze geen kans van slagen hadden. Bij het aannemen van misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen door het aanspannen van een procedure past terughoudendheid, gelet op het recht op toegang tot de rechter dat mede gewaarborgd wordt door art. 6 EVRM.'

Het voorgaande geldt zowel voor de eisende als de gedaagde partij, dus beide procespartijen lopen het risico in de volledige proceskosten te worden veroordeeld bij misbruik van procesrecht of onrechtmatig procederen, zoals blijkt uit een ander arrest van de Hoge Raad d.d. 15-09-2017:

'Hetgeen in het zojuist weergegeven arrest Duka/Achmea is overwogen ten aanzien van het onrechtmatig of met misbruik van procesrecht handelen van de eiser die een vordering instelt, geldt overeenkomstig ten aanzien van een verweerder die zich in een geding tegen de vorderingen of verzoeken van de eiser of verzoeker verdedigt. Het gevoerde verweer kan daarom pas misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen opleveren, als het verweer, gelet op de evidente ongegrondheid daarvan, in verband met de betrokken belangen van de wederpartij achterwege had behoren te blijven. Hiervan kan eerst sprake zijn als de verweerder zijn verweer baseert op feiten en omstandigheden waarvan hij de onjuistheid kende dan wel behoorde te kennen of op stellingen waarvan hij op voorhand moest begrijpen dat deze geen kans van slagen hadden. Ook hier past terughoudendheid bij het aannemen van misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen, omdat ook de verweerder het mede door art. 6 EVRM gewaarborgde recht op toegang tot de rechter heeft, hetgeen omvat dat hij zich in rechte mag verdedigen.'

Hoewel er dus sprake van een uitzonderingssituatie is, worden procespartijen in de praktijk in voorkomende gevallen wel degelijk in de volledige proceskosten veroordeeld. 

Dit laatste gebeurde recent in de uitspraak van de Rechtbank Amsterdam, waarin een incassobureau dat zijn klanten structureel misleidde en nodeloos op proceskosten had gejaagd, een volledige proceskostenveroordeling voor haar kiezen kreeg:

'7. [handelsnaam] vordert een volledige proceskostenveroordeling. Een vordering tot vergoeding van de daadwerkelijke proceskosten (in afwijking van het liquidatietarief) is alleen toewijsbaar indien sprake is van misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen. Naar het oordeel van de kantonrechter staat in deze procedure buiten kijf dat Juristu onrechtmatig heeft gehandeld, zodat een veroordeling van de reële proceskosten op zijn plaats is. Ter toelichting geldt het volgende.

8. Na volledige betaling van het verschuldigde door alle drie de debiteuren van [handelsnaam] in de minnelijke fase, was het voor Juristu duidelijk, althans had het voor Juristu duidelijk moeten zijn dat de vorderingen evident ongegrond zouden zijn indien zou worden overgegaan tot het nemen van rechtsmaatregelen. Desondanks adviseert Juristu in alle drie de zaken afzonderlijk over te gaan tot het nemen van rechtsmaatregelen, zonder daarbij aan [handelsnaam] mede te delen dat de debiteuren al hadden betaald. Dit is dus niet gebleven bij één keer. Juristu handelt op dezelfde wijze in alle drie de incasso-dossiers. Dat heeft veel weg van een structurele handelswijze in plaats van een omissie, waarbij van belang is dat dit niet de eerste keer is dat Juristu zich schuldig maakt aan exact dit soort praktijken, gelet op de vele (gelijkluidende) klachten die op internet staan.

9. Daarnaast heeft Juristu [handelsnaam] op misleidende wijze geïnformeerd, door aan hem te berichten dat zij alle kosten die met het nemen van rechtsmaatregelen gepaard gaan (zie onder 1.3) gaat zien te verhalen op de debiteur. Als incassobureau weet Juristu, althans behoort Juristu te weten dat de onder 1.3 genoemde kosten die zij bij [handelsnaam] in rekening brengt voor een aanzienlijk deel niet ten laste van de debiteur kunnen komen en dus voor rekening van [handelsnaam] zouden blijven. Voor bijvoorbeeld de kosten voor het opstellen van een dagvaarding ontbreekt een wettelijke grondslag om deze bij de debiteur in rekening te brengen. Deze kosten worden geacht te zijn begrepen in de gebruikelijke liquidatietarieven. In plaats van hierover duidelijk te zijn tegen [handelsnaam] , doet Juristu net alsof alle met de rechtsmaatregelen samenhangende kosten volledig op de debiteur zijn te verhalen. [handelsnaam] zou deze kosten volgens Juristu slechts vooruit moeten betalen. [handelsnaam] wordt hier dus bewust foutief c.q. misleidend geïnformeerd door Juristu. Los daarvan brengt Juristu een veel hoger bedrag aan griffierecht bij [handelsnaam] in rekening dan [handelsnaam] verschuldigd zou zijn.

10. Juristu brengt [handelsnaam] dus (onjuiste en niet volledig op de debiteur verhaalbare) kosten in rekening en informeert [handelsnaam] hierover op foutieve c.q. misleidende wijze, terwijl Juristu wist, althans had moeten weten dat de vorderingen in een procedure überhaupt geen kans van slagen zouden hebben, daar deze al lang en breed waren voldaan in de minnelijke fase. Door de geadviseerde rechtsmaatregelen daadwerkelijk te effectueren heeft Juristu [handelsnaam] schade toegebracht. Daarmee zijn immers hoge kosten gepaard gegaan, terwijl deze kosten in alle drie de dossiers nodeloos zijn gemaakt.

11. Vervolgens blijft het daar niet bij. Nadat [handelsnaam] uit de eindafrekening opmaakte dat alle debiteuren al hadden betaald in de minnelijke fase, stelde hij hierover terecht kritische vragen. In plaats van haar evidente misslagen te erkennen en deze op fatsoenlijke wijze met [handelsnaam] af te handelen, doet Juristu alsof haar niets te verwijten valt. Juristu laat aan [handelsnaam] weten dat de rechter uiteindelijk heeft beslist welke bedragen toewijsbaar zijn. Verder schrijft Juristu aan [handelsnaam] , in strijd met de waarheid, dat de debiteur ‘net [heeft] betaald op het moment dat wij gedagvaard hebben, jammer maar daar kunnen wij ook niets aan doen natuurlijk’.

12. Door de terechte bezwaren van [handelsnaam] zonder enige motivering af te wimpelen (‘de eindafrekening is juist’), heeft Juristu voor [handelsnaam] een drempel opgeworpen om zijn gelijk te halen. [handelsnaam] werd gedwongen de zaak uit handen te geven aan zijn gemachtigde. Eerst na diens optreden is Juristu akkoord gegaan met een schikking om te voorkomen dat rechtsmaatregelen jegens haar zouden worden getroffen, ongetwijfeld in de wetenschap dat haar handelswijze onder geen beding toelaatbaar zou zijn.'


Proceskosten over eerdere jaren (vóór januari 2024)

Hieronder worden de wijzigingen vermeld in de proceskosten over eerdere jaren inclusief het proceskostenoverzicht met alle tarieven in die betreffende periode.

Let op:

De overzichten hieronder vermelden dus niet de actuele tarieven per 01-01-2024.

Proceskosten per 01-01-2023, 01-02-2023 en 01-03-2023

Per 1 januari 2023 is de hoogte van de deurwaarderskosten gewijzigd. Vervolgens is per 1 februari 2023 de hoogte van het salaris gemachtigde/salaris advocaat (liquidatietarief) gewijzigd. Hierna zijn per 1 maart 2023 nogmaals de meeste deurwaarderskosten gewijzigd.

Download het proceskostenoverzicht per 01-03-2023

Download het proceskostenoverzicht per 01-02-2023

Proceskosten per 01-01-2022

Per 1 januari 2022 is de hoogte van de volgende proceskosten gewijzigd:

  • Griffierechten
  • Deurwaarderskosten (BTAG)


De griffierechten en deurwaarderskosten zijn jaarlijks geïndexeerd binnen de gebruikelijke marges. Overige proceskosten zijn niet gewijzigd.

Download het proceskostenoverzicht per 01-01-2022


Proceskosten per 01-07-2021

Per 1 juli 2021 is de hoogte van de volgende proceskosten gewijzigd:

  • Deurwaarderskosten (BTAG)


Download het proceskostenoverzicht per 01-07-2021


Proceskosten per 01-01-2021

Per 1 januari 2021 is de hoogte van de volgende proceskosten gewijzigd:

  • Griffierechten
  • Deurwaarderskosten (BTAG)


De griffierechten en deurwaarderskosten zijn jaarlijks geïndexeerd binnen de gebruikelijke marges. Overige proceskosten zijn niet gewijzigd.

Download het proceskostenoverzicht per 01-01-2021


Proceskosten per 01-01-2020

Per 1 januari 2020 is de hoogte van de volgende proceskosten gewijzigd:

  • Griffierechten
  • Deurwaarderskosten (BTAG)


De griffierechten en deurwaarderskosten zijn jaarlijks geïndexeerd binnen de gebruikelijke marges. Overige proceskosten zijn niet gewijzigd.

Download het proceskostenoverzicht per 01-01-2020


Proceskosten per 01-01-2019

Per 1 januari 2019 is de hoogte van de volgende proceskosten gewijzigd:

  • Griffierechten
  • Deurwaarderskosten (BTAG)
  • Salaris gemachtigde kanton


De griffierechten en deurwaarderskosten worden jaarlijks geïndexeerd binnen de gebruikelijke marges. Dit geldt echter niet voor de indexatie van het salaris gemachtigde in kantonzaken, want dit liquidatietarief is per 1 januari 2019 voor het eerst in 14 jaar geïndexeerd met maar liefst 20,1%. De recente indexatie bij de kantonrechter volgt hiermee de eerdere indexatie bij rechtbanken en gerechtshoven per 1 mei 2018. De nieuwe gemachtigdensalarissen zijn gepubliceerd in de Liquidatietarieven Kanton 2019

Verder zijn de normbedragen voor proceskostenvergoeding/ proceskostenveroordeling (salaris advocaat) niet gewijzigd per 1 januari 2019.

De wettelijke rente is niet gewijzigd. Dit geldt zowel voor de wettelijke handelsrente als voor de reguliere wettelijke rente.

Download het proceskostenoverzicht per 01-01-2019

Proceskosten per 01-05-2018

Per 1 mei 2018 is het liquidatietarief voor rechtbanken en gerechtshoven geïndexeerd (salaris advocaat). Bij de rechtbank gelden de nieuwe liquidatietarieven voor alle zaken waarin vanaf 1 mei 2018 vonnis wordt gewezen. Bij het gerechtshof gelden de nieuwe liquidatietarieven voor alle zaken waarin vanaf deze datum de kostenveroordeling wordt uitgesproken. Het liquidatietarief is niet van toepassing op procedures bij de kantonrechter. De hoogte van het gemachtigdensalaris (salarissen in rolzaken kanton) is niet gewijzigd per 01-05-2018.

Download het proceskostenoverzicht per 01-05-2018

Proceskosten per 01-01-2018

Per 1 januari 2018 is de hoogte van de volgende proceskosten gewijzigd:

  • Griffierechten
  • Deurwaarderskosten (BTAG)


De normbedragen voor proceskostenvergoeding/ proceskostenveroordeling (gemachtigdensalaris/ salaris advocaat) niet gewijzigd per 1 januari 2018. Ook de wettelijke rente is niet gewijzigd. Dit geldt zowel voor de wettelijke handelsrente als voor de reguliere wettelijke rente.

Download het proceskostenoverzicht per 01-01-2018

We are hiring (!)

Wil jij werken in een échte procespraktijk waarbij de beslagen om je oren vliegen? Bekijk dan snel onze vacatures